Informatie voor zorgprofessionals
Er is op dit moment geen plek meer in een klinische geneesmiddelen studie bij alopecia areata in het Erasmus MC. Voor zover ons bekend zijn er in Nederland momenteel geen andere lopende geneesmiddelen studies bij AA.
Sinds 1 oktober 2024 wordt baricitinib vergoed voor de behandeling van ernstige AA bij volwassenen.
Sinds 1 december 2024 wordt ritlecitinib vergoed voor ernstige AA bij patienten vanaf de leeftijd van 12 jaar.
De voorwaarden voor baricitinib en ritlecitinib zijn :
Ons advies is om bij patienten die nog niet systemische behandeld zijn (en geen contraindiaties hebben voor ciclosporine) te starten met ciclosporine in een dosering van 3-5 mg/kg lichaamsgewicht (met een maximum startdosering van 2dd 150 mg bij vrouwen en 2 dd 175 mg bij mannen).
Onze ervaring is dat van de klassieke immunosuppressiva ciclosporine het meest effectief is, de beperkte literatuur over dit onderwerp bevestigt dit.
Sinds eind 2024 zijn, met de uitbreiding van de vergoeding voor baricitinib en ritlecitinib voor ernstige alopecia areata, ook de dermatologen getroffen door de paarse krokodil die "ZN-formulier" heet. Cardiologen en vasculair internisten hebben al jaren met deze administratieve last te maken bij het voorschrijven van zogenaamde "Bijlage-2"-geneesmiddelen, en daarom hebben oud Erasmus-cardiologen Laurens Swart en Aaram Omar Khader een jaar geleden een tool ontwikkeld waarmee deze formulieren in een handomdraai digitaal ingevuld, ondertekend en verstuurd kunnen worden.
Zonder deze applicatie -zneller genaamd (ZN, maar dan sneller)- zult u bij iedere patiënt aan wie u baricitinib voorschrijft, het formulier moeten downloaden van de site van ZN, deze moeten printen, invullen en ondertekenen, laten bestickeren met een patiëntensticker, weer laten inscannen en laten e-mailen naar de apotheek van de patiënt (waar u vaak het e-mailadres niet van kent). Middels zneller kan dit allemaal in minder dan 30 seconden. De geverifiëerde mailadressen van meer dan 1750 apotheken zitten al in hun systeem.
Om (geheel gratis) gebruik te maken van zneller, maakt u eenvoudig een account aan via www.zneller.com/registreren. Kies uw instelling en vul uw naam en e-mailadres in. U ontvangt een verificatiemail op het opgegeven ziekenhuismailadres, waarmee zneller verifieert dat u echt namens deze instelling ZN-formulieren mag invullen.
Wanneer u uw account heeft geactiveerd, dient u eenmalig uw telefoonnummer in te vullen en handtekening te zetten, die bewaard zullen worden en voortaan automatisch op de ZN-formulieren zullen worden ingevuld. Vervolgens kiest u voor het specialisme "Dermatologie", waarmee automatisch de artsenverklaringen voor baricitinib en straks ook die voor ritlecitinibaan uw Favorieten zullen worden toegevoegd. Wanneer u het formulier aanklikt, hoeft u alleen nog maar de gegevens van de patiënt in te vullen en te kiezen of de patiënt het middel voor het eerst gebruikt of al 6 maanden met goed effect heeft gebruikt. Daarna kunt u het formulier naar wens opslaan, afdrukken of direct versturen naar de apotheek. In het laatste geval opent zich automatisch een mail met de downloadlink naar de verklaring in uw eigen mailprogramma (bijv. Outlook). Wij adviseren hierbij gebruik te maken van bijv. Ezorg, Zorgmail of Zivver, zodat de patiëntgegevens veilig naar de apotheek worden verzonden.
zneller wordt in meer dan 200 ziekenhuizen en meer dan 1000 huisartsenpraktijken gebruikt door meer dan 4000 medisch specialisten en huisartsen. Alleen dit jaar al zijn er meer dan 25.000 ZN-formulieren digitaal ingevuld, waarvan er meer dan 17.500 digitaal zijn verzonden naar de apotheek. Alle >1750 aangesloten apotheken zijn op de hoogte van de werkwijze van zneller, en waarderen het zeer wanneer u hen de ZN-formulieren digitaal doet toekomen, omdat zij deze formulieren dan dankzij de automatische verificaties die zneller doet bij ontvangst ook niet meer handmatig hoeven te controleren.
Voor vragen kunt u contact opnemen met info@zneller.nl
Zie ook https://nl.linkedin.com/company/zneller
NB. zneller bewaart de ingevulde formulieren (en de patiëntgegevens) dus niet. De gegevens die u invult op het formulier worden gecodeerd verwerkt in de downloadlink die u, met uw eigen mailprogramma (bijv. Outlook), veilig verstuurt naar de apotheek. Zodra de apotheek op deze link klikt, worden de gecodeerde gegevens op de computer van de apotheker weer terug omgezet in de oorspronkelijke patiëntgegevens en geprojecteerd op het lege ZN-formulier. Dit is dus niet anders dan wanneer u een PDF-bestand met de patiëntgegevens erop zou mailen naar de apotheek: de gevoelige data bevinden zich alleen in uw outbox en in de apotheker zijn inbox.
STA2R (Systemic Treatments for Alopecia Areata Register) is een register waarin gegevens worden verzameld over de behandeling van patiënten met AA.
Er waren tot 2022 geen geregistreerde systemische behandelingen voor alopecia areata. In de praktijk worden (off-label) middelen zoals methotrexaat, ciclosporine en fumaarzuur gebruikt. In 2022 werd baricitinib en in 2023 werd ritlecitinib door de EMA goedgekeurd voor de behandeling van AA. Baricitinib is een JAK remmer die ook gebruikt wordt voor behandeling van constitutioneel eczeem en reumatoïde artritis. Ritlecitinib is specifiek voor alopecia areata ontwikkeld.
Het doel van dit register is het effect van zowel de bestaande, als de nieuwe behandelingen in de dagelijkse praktijk te onderzoeken. Hierdoor willen we beter inzicht krijgen in de effectiviteit, veiligheid en kosteneffectiviteit van behandeling. Daarnaast zullen we werking en bijwerkingen op de lange termijn onderzoeken en mogelijkheden van het afbouwen en stoppen van medicatie registreren.
Als dermatoloog kunt u uw patiënten informeren over de mogelijkheid om deel te nemen aan STA2R. Om deel te nemen, kunnen patiënten contact opnemen met het deelnemende behandelingscentrum naar keuze. STA2R is oorspronkelijk gestart vanuit het Erasmus MC, maar het omvat nu meerdere deelnemende centra.
Patiënten die deelnemen aan STA2R kunnen verwachten dat ze informatie ontvangen en een uitleg over het register krijgen van het deelnemende behandelingscentrum. Er zijn geen extra ziekenhuisbezoeken of ingrijpende onderzoeken nodig voor registratie in STA2R. Het enige wat van de patiënten wordt gevraagd, is het invullen van twee korte vragenlijsten (DLQI en AASIS) over de impact van alopecia areata op hun dagelijks leven. Dit proces is eenvoudig en biedt patiënten de kans om hun ervaringen te delen en bij te dragen aan het verbeteren van de behandelingen voor alopecia areata.
De ernst van alopecia areata wordt gemeten met de Severity of ALopecia Tool (SALT) Score1,2. De SALT Score wordt berekend door het percentage haarverlies in elk van de vier gebieden van de hoofdhuid te meten: het rechterprofiel (18% van het totale hoofdhuidoppervlak), het linkerprofiel (18%), de vertex (40%), en posterior (24%), zie ook onderstaande afbeelding.
Door het totale percentage haarverlies voor elk gebied te vermenigvuldigen met het relatieve oppervlak van dat gebied, wordt een samengestelde totaalscore verkregen, oftewel de SALT Score. Haargroei wordt weerspiegeld door een daling van de SALT-score (bijvoorbeeld: volledig haarverlies geeft een SALT-score van 100, volledige haargroei geeft een SALT-score van 0).
Een SALT-score ≥50 komt overeen met (meer dan) de helft haarverlies
over het totale hoofdopppervlak.
Hieronder zie je een afbeelding1,2 van de vier hoofdzones zoals gebruikt
in de berekening van de SALT-score:
- Linkerprofiel (18%)
- Rechterprofiel (18%)
- Vertex (40%)
- Posterior (24%)
1: Olsen EA, Hordinsky MK, Price VH, Roberts JL, Shapiro J, Canfield D, Duvic M, King LE Jr, McMichael AJ, Randall VA, Turner ML, Sperling L, Whiting DA, Norris D; National Alopecia Areata Foundation. Alopecia areata investigational assessment guidelines--Part II. National Alopecia Areata Foundation. J Am Acad Dermatol. 2004
2: Olsen EA, Roberts J, Sperling L, Tosti A, Shapiro J, McMichael A, Bergfeld W, Callender V, Mirmirani P, Washenik K, Whiting D, Cotsarelis G, Hordinsky M. Objective outcome measures: Collecting meaningful data on alopecia areata. J Am Acad Dermatol. 2018 Sep;79(3):470-478.e3